Paul D'Haese: Borderline
14/01/2023 - 19/02/203
Tentoonstellingszaal
Paul D'Haese fotografeerde tussen 2016 en 2020 ruim 350 kilometer Noord-Franse kust, van Bray-Dunes tot Le Havre.
Ons cultuurcentrum ligt in vogelvlucht op exact 266 meter van de Frans-Belgische grens. Die context bepaalt mee de identiteit van onze grensstad Menen, en vaak ook de inhoud van ons artistiek programma. In 2020 nog inspireerde die grens curatoren van het S.M.A.K. om een selectie uit hun collectie in Menen te tonen.
Ook fotograaf Paul D’Haese raakte geïntrigeerd door grenzen. Niet de grens tussen twee landen of landsdelen, wel die tussen het vasteland en de zee. Hij fotografeerde tussen 2016 en 2020 ruim 350 kilometer Noord-Franse kust, van Bray-Dunes tot Le Havre.
De beelden die hij maakte focussen op wat de mens toevoegde aan die kustlijn. Aan die grens tussen bebouwing en cultuur enerzijds, en weidse leegte anderzijds. Hij maakte 170 foto’s die je als een reeks kan zien op de tentoonstelling Borderline. Een reeks, maar geen documentaire.
Gratis. Op weekdagen van 14 tot 17 u.
Op zaterdag en zondag van 14 tot 18 u.
In ons magazine STEIGER verscheen dit interview met Paul D’Haese:
Je bent niet aan je proefstuk toe, al sinds de jaren ’90 ben je met verschillende fotografieprojecten bezig. Wat heeft je er ooit toe aangezet om het fototoestel op te pakken ?
D'Haese: Eind jaren ’70 was ik in Ninove actief bij een alternatieve, politiek geëngageerde stadskrant. Ik maakte daar zwart-wit foto’s voor op een hele DIY manier, met een oude camera van mijn vader. Tijdens mijn opleiding tot interieurarchitect bleef ik bezig met fotografie. Jaren later heb ik alsnog een opleiding fotografie gevolgd aan de academies van Anderlecht en Sint-Niklaas. Mijn opleiding tot interieurarchitect heeft wel m’n blik mee bepaald. Dat zie je zowel in mijn onderwerpen zoals architectuur en landschappen, als in de manier waarop ik mijn beelden maak, de kadrering en composities.
De reeks Borderline brengt de Noord-Franse kustlijn in beeld. Vanwaar je fascinatie voor die streek?
D'Haese : Ik woonde eind jaren ’90 in Brussel op een klein appartement. Ik heb toen een half vervallen appartement gekocht in Ault aan de Franse opaalkust, met zicht op zee. Dat is een heel authentiek dorp vlakbij de baai van de Somme. Het ligt ongeveer in het midden van de kustlijn tussen Bray-Dunes en Le Havre die ik voor de reeks Borderline in beeld heb gebracht. Ik heb dat appartement zelf verbouwd en ondertussen de streek verkend, met de camera in de hand. Tien jaar later heb ik het verkocht en ingeruild voor een Anglo-Normandisch huisje in een dorp vlakbij dat ik ook weer helemaal renoveerde. Ik ben zo lang in de streek gebleven omdat ik enorm aangetrokken ben tot de zee. Ze brengt me rust. Ook de architectuur, sfeer en cultuur is er steeds verbonden met de zee. De sfeer is er ook vaak wat desolaat of zelfs verpauperd, maar dat spreekt me er net in aan.
Desolaat is wel een passend trefwoord, want op geen enkele foto in de hele reeks is er een mens te zien. Je focuste bewust op de architectuur, het landschap, objecten en het spel in beeld tussen al die elementen. Zijn er nooit mensen op je pad gekomen tijdens al die omzwervingen?
D'Haese: Tijdens het fotograferen ben ik nooit in gesprek geraakt met mensen. Mijn onderwerp is inderdaad niet het portretteren van mensen, maar bij uitbreiding breng ik ze ook niet als figuranten in beeld. Op één enkele foto is er een mens te zien: een duiker die eerder doet denken aan een standbeeld. Het is me om de sporen van de mens te doen, wat de menselijke cultuur toevoegde aan die kustregio. Wat me bij al die elementen ook aanspreekt is het mysterie. Het is geen documentaire reeks, ik leg niet vast wat er gebeurt om te informeren. Ik zoek naar beelden die esthetisch werken, een spanning of zelfs vragen oproepen. Het is mijn manier van kijken, maar ik hoop er ook de verbeelding van kijkers mee te prikkelen.
Hoe ging je precies tewerk in de vier jaar waarin je de reeks maakte?
D'Haese: Gezien de grote afstanden ging ik meestal met de wagen op pad. In die wagen zat mijn fiets, in de fietstassen m’n apparatuur. Soms ging ik ook gewoon wandelen. Ik kende de streek na al die tijd op m’n duimpje en ging bepaalde locaties verschillende keren opnieuw fotograferen. Soms omdat het licht op die dag anders was, of omdat ik toch een ander perspectief of een andere dialoog wilde creëren. Thuis bewerkte ik de beelden. Het selecteren was het minste werk, want quasi alle foto’s zijn uiteindelijk in de reeks, het boek en de tentoonstelling terecht gekomen.